Een ideaal hebben, een strategie bepalen, macht herkennen, kennis vergaren en gebruiken, snoeihard tegen
de stroom ingaan, dealen. Het is het werk van politici en het is ons bekend en
ik hou ervan. Het is kicken als je kan helpen een plan én de wethouder
ongeschonden door de raadsvergadering te loodsen. De politieke arena is altijd in de buurt. Om
goed te kunnen adviseren moeten we weten hoe de hazen lopen, maar moeten we ons
ook kunnen verplaatsen in de persoon achter de politicus. In dat opzicht
verschilt ons werk niet van Tiro, de slaaf (of beter: adviseur) die Cicero 2000 jaar geleden door dik en dun
ondersteunde.
Tiro is de verteller in deze adembenemend spannende politieke thriller
van Harris. Hij is een veelzijdig, intelligent (en ik denk een sympathiek) mens, die het
stenoschrift uitvond om z’n welbespraakte baas bij te houden. Meer dan dertig jaar is hij de slaaf van de
man die al die jaren maar één levensdoel heeft: de heerschappij over de
Romeinse Staat. Hij gaat met de jonge
Cicero mee naar Griekenland die daar de
fijne kneepjes van de redenaarskunsten zal leren en hij is er bij als
Cicero op zijn tweeënveertigste de
jongste consul van het Romeinse Rijk wordt. In zijn honderdste levensjaar, als
Cicero allang dood (vermoord in opdracht van Marcus Antonius) is, voelt Tiro
zich vrij om het verhaal van zijn meester te vertellen. Hij schildert een prachtig portret van de
beroemde advocaat en retoricus die de
intriges van de politiek beheerst als geen ander en nooit zijn integriteit
verliest. Cicero wijkt in tweeërlei opzicht af van de gangbare machthebber in
de eerste eeuw voor Christus: hij kiest voor het volk en hij strijdt met het
woord, niet met het zwaard. Een new man die
bruist van het leven, gruwt van geweld, ingrijpt als hij onrecht ziet (zoals de
grootschalige roof door de heersers op Sicilië), walgt van de grootschalige
kruisigingen langs de Via Appia (6000
man langs een weg van 350 mijl) en daarnaar handelt. Maar hij is ook ijdel, kan
de schijnwerpers niet missen en maakt daarom fatale fouten. Tiro, de bescheiden waarnemer en adviseur weeft zijn eigen
bijdrage door het verhaal. Je ziet het voor je: hoe hij op onderzoek uitgaat en
net op tijd een rapport voor de neus van
zijn baas deponeert, hoe hij onzekerheden opvangt en grilligheden accepteert.
De hoofdpersoon in Imperium is Marcus Cicero, maar we kunnen van Tiro’s
integriteit leren als we door zijn bril
naar de politieke beslommeringen in het oude Rome kijken. Beslommeringen van
alle tijden en alle plaatsen. Er zijn veel parallellen in het heden. In het
groot: Poetin en de Europese machthebbers over de Oekraïne; kleiner: Opstelten en Schoof, de nationaal coördinator
terrorismebestrijding. Nog dichterbij:
wijzelf die (soms) geld verdienen aan (soms) niet noodzakelijke adviezen. Lezen dus, dat boek!
Robert Harris was parlementair journalist,
voordat hij zich volledig wijdde aan het schrijven van fictie. Zelf zegt hij:
“Ik kijk naar het politieke bedrijf, zoals een ander naar voetbal kijkt, als
een liefhebber van de beautifull game.” En: “Imperium is het best te genieten als je
het als één grote satire leest.” Hij ging niet over één nacht ijs bij het
schrijven van Imperium. Volgens kenners blijft hij dicht bij de waarheid en dat
maakt het boek óók tot een aanstekelijk geschiedenisboek. Belangrijk voor als
je net zo veel als ik van die stad houdt: je loopt door het oude Rome!